Selectieve verontwaardiging

Wat Jan met de pet bij elkaar kan sparen in één leven is een huis en enkele zuurverdiende centen, achtergelaten op een bankrekening, bij elkaar geregen via bloed, zweet en tranen, geruild op een werkvloer voor wat centen. Jan zonder de pet moet echter huren, kan niet sparen en laat dus niets achter, tenzij misschien wat koperen munten én in het slechtste geval wat schulden. Een leven lang kijkt iemand in een kostuum, met bijhorende das, al dan niet voorzien van Venetiaanse leeuwtjes, vanuit zijn aan wolken krabbende 400m⊃2; kantoor neer op beide Jannen, en hij ziet dat het goed is. Een kantoor dat in oppervlakte het levenshuis van Jan met de pet zwaar overstijgt, waar het appartement van Jan zonder de pet enkele malen probleemloos inpast, een heel makkelijk te leggen puzzel. 

Én dat huis van Jan met de pet was dagenlang de inzet van discussie. Beter gezegd, de kapitaalwaarde van dat huis, want daar gaat het eigenlijk over. Eigenlijk raakte Anciaux een gevoelige snaar, wij hebben daar voor gewerkt, om onze kinderen iets meer te geven dan wij kregen aan de start. Een meer dan terechte bekommernis, wie wil er nu niet dat zijn of haar kind een goed leven tegemoet gaat. Maar zit daar niet net een probleem, bij die start, een start die in ons huidig systeem altijd ongelijk zal blijven, waarin de kinderen van jan zonder de pet niets krijgen op het einde van de levensrit. En dan vraag ik mij af: ”Waarom zijn we daar met zijn allen niet verontwaardigd over?”

Source: community.dewereldmorgen.be

Een reactie plaatsen