Verkiezingen 2019

En het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

Bijna 15.000 kiezers meer voor Nederlandstalige partijen, waarbij het progressief-liberale midden scoort (Groen, One.Brussels, Open Vld, Agora), rechts heel licht groeit (NV-A), centrum-conservatief wegzinkt (CD&V) en links in een nieuwe vorm binnenkomt (PVDA). FOD BiZa beschouwt One.Brussels als een andere partij/lijst dan sp.a.

Langs Franstalige kant is er eveneens een zeer grote meerderheid in het progressief-liberale midden (Ecolo, Défi, cdH en een deel van PS). Conservatief-rechts vind je bij MR. Links staat er met PTB en een ander deel van PS. DierAnimal profileert zich eveneens in het linkse kamp.

Een meerderheid van de Brusselse kiezers stemt duidelijk progressief liberaal, zij het in een andere vorm (de traditioneel liberale partijen gaan achteruit). De traditie gaat voort.

Ter linkerzijde is profilering nodig.
By the way, het programma van PVDA/PTB vind ik alles behalve revolutionair. Het bevat heel wat programmapunten die bij de sociaaldemocratie horen. Of waren sociaademocraten destijds (linkse) populisten?

Tot slot:

“De progressief liberale spraakmakende gemeente moet dringend het eigen geweten onderzoeken. Ze beseft niet half hoe nijver ze heeft meegetrokken aan de kurk die de fles afsloot waarin de ouhde, boze geest veilig zat opgeborgen.

Ik herhaal hier en licht toe: de progressief liberale spraakmakende gemeente is niet vrij van blaam.
De zichzelf progressief noemende liberalen kunnen het niet nalaten morele veroordelingen in het rond te strooien.
De progressieve liberalen zijn diep overtuigd van eigen superioriteit. Zij zijn gewoon betere mensen.
De progressieve liberalen koesteren bodemloze minachting voor het volksdeel dat hun denkbeelden en hun modieuze, meer pseudo- dan groene consumptiepatroon niet kan delen.
De progressieve liberalen zijn even verkleefd aan het eigen grote gelijk als de rechtse radicalen.
De progressieve liberalen blijven netjes buiten schot.

Bal bovenstaande vijf nu samen.
Ik, goed verdienend, mooi wonend in een aangename buurt, kinderen op een uitstekende, grotendeels blanke school, ik zeg tegen jou, wonend in een betonblok, krap pensioen, bloed onder nagels uitgepest door allochtonen pubers en daar ongezouten tegen protesterend: jij bent een ordinaire racist. Je moet die jongeren begrijpen (maar meneer, ze moeten toch hun fatsoen houden zoals wij allemaal!). Nee, dat is niet het probleem. Ze worden gediscrimineerd. Onder meer door jou. en ze zullen later geen werk hebben (maar, meneer, mijn eigen dochter zit al tien jaar zonder werk!). Ja, maar dat is toch anders. Jouw dochter is hier geboren (en die gastjes dan, die zijn toch ook hier geboren! Hun ouders zijn hier al geboren!). Ja maar… Weet u wat, mooie meneer uit de mooie buurt? U kunt mijn kloten kussen, meneer.”

(Uit: “De grote verkilling”, Geert van Istendael, Atlas Contact, 2019, pp. 195-196)

Om eens over na te denken…

Een reactie plaatsen