Chef-kok in IG Auschwitz

Annie Van Paemel vertelt het relaas van haar ouders, Dirk Verhofstadt schetst de context van een tijdperk: één van de zwartste periode van onze recente geschiedenis, de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog, met de holocaust en nazisme en de rol van het grootkapitaal – IG-farben – daarin.

Een actueel thema: extreemrechts steekt opnieuw overal de kop op. Grote groepen roepen om sterke autoritaire leiders en kapitalistische firma’s maken winst door mensen uit te buiten en aan de kant te zetten als afval. Dat is niet niet alleen het geval in kledingbedrijven in Azië of bij de arbeiders die de stadions bouwden in Qatar. Ook bij ons is dat alledaagse kost. Denken we maar aan de instorting van de schoolwerf in Antwerpen, mensenhandel of andere precaire jobs waarbij mensen moeten smeken voor hun zuurverdiende centjes. Een praktijk waarmee ik regelmatig geconfronteerd word in het OCMW.

Dit boek laat zien waar dergelijke excessen kunnen uitmonden. Wie erover begint wordt vaak weggezet als een vervelende zaag die oude koeien uit de gracht haalt. Wie durft te verwijzen naar die periode ook. Onlangs vroeg men welke wandelingen ik gids in Brussel. Ik durfde de wandeling over de Stolpersteine promoten. De reactie was: “Ach weeral dat gedoe over de Joden en de tweede wereldoorlog. Dat is afgezaagd.”

Herinneringseducatie of de geschiedenis schetsen is meer dan noodzakelijk. “wie z’n geschiedenis niet kent, is gedoemd om ze te herhalen”. Uiteraard herhaalt de geschiedenis niet letterlijk: de context verandert. Maar bepaalde tendensen keren terug. Daarom alleen al is het noodzakelijk. Alhoewel het geen garantie. Daarvoor moet er gehandeld worden. Onverschilligheid is immers het dodelijkste wapen.

In minder dan een weekend las ik het boek. Er is de familiekroniek van Annie Van Paemel. Dat is zeer concreet: het gaat over individuen. Bovendien komt haar familie uit de “wondermooie stad, een parel aan de kust voor wie zand en schelpjes lust”.

Dirk Verhofstadt concentreert zich op de historische context. De rol van het patronaat en het kapitaal is onthutsend.

Wie destijds zei “wir haben das nicht gewusst” is een platte leugenaar die bewust het hoofd wegdraaide. Ook in Duitsland was er nog een keuze. IG-farben werd niet verplicht om een site uit te bouwen in Auschwitz. IG-farben was zelf vragende partij voor slavenarbeiders. Net zoals Bayer proefpersonen kocht.

Daarentegen werd Willy Van Paemel, samen met duizenden anderen, verplicht tewerkgesteld voor de Nazi-oorlogsmachine.

Eén passage uit het boek heeft me hard getroffen, p.175-176: “Als kok probeerde Willy die ongelukkigen te helpen door in de vuilnisbakken op het fabrieksdomein, waar de Joden en andere gevangenen langskwamen en werkten, voedsel achter te laten zodat ze iets extra’s konden eten. Zo sneed hij vaak de aardappelen in vierkante kubussen om extra volume op de schil achter te laten of hij liet ongebruikte groenten en vlees achter. Ook broodkorsten en overschotjes kaas prompte hij in de vuilnisbakken langs de weg. Hij ging nog verder. Hij had een zwerfhondje geadopteerd dat hij de naam ‘Rabiot’ gaf. Rabiot betekent in het Frans overschot, restjes. Om duidelijk te maken dat er voedsel was, riep hij luidkeels aan de deur van de keuken ‘Rabiot’. Daarmee misleidde hij de Duitse bewakers die dachten dat hij zijn hondje riep, terwijl sommige gevangenen wisten dat er wat eten te vinden was.”

Een schoolvoorbeeld van menselijkheid tegenover onverschilligheid. Klein verzet laat zien wat moed is.

Chef-kok in IG “Auschwitz. De geschiedenis van Willy Van Paemel en IG Farben”, Annie Van Paemel en Dirk Verhofstadt, Houtekiet, 2021

1 reactie

Een reactie plaatsen